Installatietool
De installatietool is ontwikkeld om installateurs in het veld direct inzicht te geven in het functioneren van een aangesloten meetset. Daarnaast kunnen zij hiermee nieuwe locaties aanmaken en koppelingen leggen, zonder toegang te hoeven krijgen tot de volledige EnergyGrip portal.

Toegang
De installatietool is op twee manieren bereikbaar:
- Via het menu binnen de EnergyGrip-portal.
- Door in te loggen met een gebruikersaccount met de rol Installer. Gebruikers met de rol Installer worden niet doorgestuurd naar de EnergyGrip-portal, maar komen automatisch in de installatietool terecht.
Meetset bekijken
Na het openen van de tool kan bovenin het scherm het serienummer van een meetset worden ingevoerd. Het is ook mogelijk om de QR-code van het apparaat te scannen.

Links bovenin verschijnt vervolgens het geselecteerde apparaat. Rechtsboven is te zien of de servicemodus is ingeschakeld. In servicemodus wordt de communicatiefrequentie tijdelijk verhoogd: in plaats van elke 15 of 60 minuten communiceert de meetset tijdelijk elke minuut. Bij het openen van de pagina wordt de servicemodus standaard geactiveerd.

Het statuslampje rechtsboven toont of de weergegeven data live is. Bij gebruik op mobiel, of bij slecht netwerkbereik, is direct zichtbaar of de data op de pagina actief wordt ververst.
De pagina bestaat uit drie onderdelen:
- Locatie
- Connectiviteit
- Meters
Locatie
Hier wordt aangegeven of de meetset aan een locatie gekoppeld is. Om privacyredenen wordt de exacte adreslocatie nooit volledig weergegeven in de installatietool.

Met Locatie toewijzen kan een nieuwe locatie worden aangemaakt en direct worden gekoppeld. Voer (een deel van) het adres in; de tool zoekt dit op in de gemeentelijke basisadministratie. Selecteer daarna het juiste adres uit de lijst. Wordt het adres niet gevonden, kies dan voor “Adres niet gevonden?” om de gegevens handmatig in te voeren. Bevestig met OK om de locatie aan te maken en de meetset te koppelen.

Druk op “OK” om de nieuwe locatie aan te maken en de meetset te koppelen.
Bestaat de combinatie van postcode en huisnummer al binnen de EnergyGrip organisatie, dan wordt de gateway aan de bestaande locatie toegevoegd.
Connectiviteit
In dit onderdeel wordt weergegeven hoe de gateway verbinding maakt en wat de status van de verbinding is. De volgende informatie is zichtbaar:
- Netwerk modus: De huidige of meest recent gebruikte verbindingsmethode, zoals NB-IoT, Wi-Fi of LTE-M.
- Signaalsterkte: De sterkte van het signaal van de actieve of laatst gebruikte verbinding.
- Voor het eerst gezien: Het moment waarop de gateway zich voor het eerst bij EnergyGrip heeft gemeld.
- Voor het laatst gezien: Het meest recente moment van contact. Door op één van deze tijdstippen te drukken, wisselt de weergave tussen verstreken tijd en de exacte datum en tijd.

Meters
Hier wordt weergegeven met welke meters de gateway verbonden is en welke registers worden uitgelezen. Elke meter wordt weergegeven in een apart vlak. Per meter zijn de volgende onderdelen zichtbaar:
- Meternummer
- Metertype: DSMR/Modbus/Mbus
- Voor het eerst gezien: Het moment waarop de meter zich voor het eerst heeft gemeld.
- Voor het laatst gezien: Het laatste moment van datadoorvoer. Door op deze tijdstippen te drukken, wisselt de weergave tussen verstreken tijd en de exacte datum en tijd.
- Registers: Het aantal registers in de meter waar data uit wordt ontvangen.

De installateur kan in dit scherm eenvoudig controleren of alle meters correct zijn aangesloten.
Stel dat in een woning de volgende meters aanwezig zijn:
- Eén elektriciteitsmeter (DSMR),
- Eén warmtemeter (M-bus),
- Twee tussenmeters (Modbus).
Dan moeten op het scherm de volgende meters zichtbaar zijn:
- 1 DSMR-meter met 4 registers (in, in laag, uit, uit laag)
- 1 M-bus meter zonder registers
- 2 Modbusmeters, elk met 2 registers (ingaand en uitgaand telwerk)
Als deze vier meters met de juiste aantallen registers zichtbaar zijn, is de aansluiting correct uitgevoerd.
Toon registers
In de uitgebreide weergave worden de afzonderlijke registers weergegeven, inclusief de laatst ontvangen waarde.
Wanneer de installateur weet welke specifieke registers moeten worden uitgelezen, kan hier worden gecontroleerd of de juiste waarden worden ontvangen.
